Niets is meer raar

Twee maanden geleden leek het nog of hun wereld in zou storten: ze overzagen niet meer hoe ze hier samen uit moesten komen. De pijn was bij hen beide zichtbaar en hij was intens. Maar tegelijkertijd was het vanuit mijn perspectief zo zonde, want ze zouden helemaal niet zoveel verdriet hoeven te hebben. Maar dat was vanuit mijn perspectief, en het was in de maanden daarvoor niet gelukt om hen beide in beweging te krijgen, weg uit hun eigen perspectief waar ze zo hardnekkig aan vast hielden.

Vanaf aanvang van de relatie, 11 jaar geleden, waren hun seksuele behoeften al anders, maar aangezien ze beide erg pleasend zijn, verkeerden ze voortdurend in een patroon waarin ze hun eigen wensen en behoeften opzij schoven, en de ander een plezier deden. Totdat ze dit allebei niet meer konden. Een jaar geleden stonden ze ineens lijnrecht tegenover elkaar. Zij wilde het liefst geen seks. Hij wilde van alles en had een enorm oordeel over zichzelf als ‘seksverslaafde’.

In de maanden dat we elkaar spraken leken de eigen overtuigingen groter te worden. Zij wilde geen moeite meer doen om te investeren en hij voelde zich intens slecht over zichzelf. Hij had immers behoeften die niet pasten binnen de seksuele beleving van zijn vrouw.

Twee maanden geleden was de pijn op zijn grootst: ze stonden op het punt om de relatie verbreken. Maar mevrouw voelde toen iets dat ze nog minder graag wilde dan investeren in de seksuele relatie: ze wilde haar man niet kwijt en kennelijk was seksualiteit zo belangrijk voor hem, dat ze hier wel iets mee moest. Ze hoopte dat zij met haar stille oorlogsvoering hem ervan zou overtuigen om vrede te sluiten met haar seksuele behoeften. Maar nu leek haar strategie uit te lopen op een verlies.

Al die maanden probeerde ik zijn seksuele behoeften te normaliseren, maar geen van beide wilde hiernaar luisteren. Zij niet, omdat ze bang was dat het van kwaad naar erger zou gaan als ze er gehoor aan zouden geven. En hij niet, omdat hij zag wat voor afkeurende reactie er bij zijn vrouw op volgde.  Hij walgde van zichzelf.

En ineens, bij het voelen van het mogelijke verlies, besloot zij om haar hoge muren wat af te breken. Om iets van haar hardnekkige overtuigingen te laten vieren. Ze zou proberen minder oordelend te zijn over zijn seksuele behoeften en ze was zelfs bereid om te kijken welke ruimte ze hem kon geven om er gehoor aan te geven.

En nu, twee maanden later, zegt ze vol trots ‘niets is meer raar’. Alles mag er besproken worden, want dat betekent nog niet dat er ook naar gehandeld moet worden. Haar weerstand lijkt weg en ook de seks tussen hen mag er weer zijn. En hij? Hij kan weer ademen. Hij kan weer voelen dat hij eigenlijk een geweldige man is, en dat zijn seksuele behoeften helemaal niet zo bizar zijn.