Liefde leer je

Het doet me verdriet om haar te horen spreken over haar relatie. Ze is nog maar 25 jaar en is sinds 4 jaar samen met haar vriend. Ze denkt dat ze oud met hem gaat worden, ook al kan ze geen antwoord geven op de vraag wat ze uit de relatie haalt. Vanuit alles dat ze vertelt, hoor ik een zwaarmoedigheid: er is nauwelijks steun voor haar, hij heeft een enorm sterk oordeel over alles dat ze doet, en het liefste zou hij een vrouw willen trouwen die nog met niemand het bed heeft gedeeld. Hij herhaalt dit wekelijks wel een keertje, waarbij haar haar dus eigenlijk vertelt dat zij niet goed genoeg is om zijn vrouw te worden.

Maar toch is dit hoe een relatie er volgens haar uit hoort te zien. Ze kent het niet anders. ‘Ik wil wel geloven dat liefde er ook anders uit kan zien, dat het ook op een andere manier bestaat, maar ik heb het nog nooit eerder gezien.’ Ze is 25 jaar en nog niet eerder heeft zij de kans gehad om een relatie te zien tussen twee volwassenen die liefdevol is, gelijkwaardig en een toegevoegde waarde binnen iemands leven.

Haar ouders hadden vroeger geen liefdevolle relatie, en hebben deze nu nog steeds niet. Ze kiezen er uit loyaliteit voor om bij elkaar te blijven, maar ze zijn allebei niet gelukkig. En dus is dit voor haar wat liefde is: voortdurend in strijd zijn met je eigen gevoel en je partner, maar daarbij wel loyaal zijn aan je partner.  Althans, tot op zekere hoogte: want wat is loyaliteit als je tegen de wens van de ander in seksuele contacten met anderen op zoekt? Wat is loyaliteit als het je aan het fatsoen ontbreekt je partner te steunen na een grensoverschrijdend incident?  

We leren op school niet hoe we relaties vorm kunnen geven. Onze ouders zijn daarin ons voornaamste leermodel. Een prachtig model, mits zij zich ervan bewust zijn en de vaardigheden hebben om hun kinderen te onderwijzen. Maar wat nou als onze ouders niet in staat zijn om ons daarin te onderwijzen? Het hoeft geen onwil te zijn vanuit hen, maar wat nou als het onvermogen is? Een onvermogen om zich anders op te stellen? Een onvermogen om liefdevoller en respectvoller met zichzelf en de ander om te gaan? Zouden hun kinderen dan niet elders mogen leren hoe het ook kan? Zodat zij niet zoals deze jonge vrouw, in de voetsporen van haar ouders treedt? Niet omdat ze niet in een andere uiting van de liefde wil geloven, maar omdat ze niet eerder heeft gezien dat het ook op een andere manier bestaat.