Vrouwen, mannen en seksualiteit. Hoe stereotypen sekseverschillen in stand houden.

 

Venus en Mars?

We hebben de afgelopen decennia een ware revival gezien van het idee dat de seksualiteit van vrouwen en mannen fundamenteel verschillend is. De populariteit van de bestseller ‘Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Ve­nus’ is daar een goed voorbeeld van. En inderdaad, er zijn aanwijzingen dat mannen en vrouwen verschillen in hun attituden en motieven met betrekking tot seks. Vrouwen lijken iets sterker gericht te zijn op relaties en intimiteit, terwijl mannen iets meer op lust en lichamelijke aspecten gericht zijn. Mannen rapporteren steevast hoger op aantal partners en frequenties van seksuele fantasieën. Vrouwen hebben iets meer negatieve gevoelens over seks.

Meer overeenkomsten dan verschillen

Maar de meeste verschillen tussen de seksen zijn erg klein. In de meeste attituden en gedragingen ontlopen vrouwen en mannen elkaar veel minder dan men vaak denkt. Ook belangrijk is dat studies steevast laten zien dat de verschillen tussen vrouwen onderling en tussen mannen onderling veel groter zijn dan de verschillen tussen beide groepen. Veel vrouwen en mannen zijn dus ‘gender-atypisch’ op aspecten van seksualiteit. De meeste vrouwen én mannen zijn op zoek naar zowel liefde als lust, zijn zowel actief als passief en zijn nu eens assertief en dan weer onzeker. Eigenlijk alleen op het punt van soloseks (masturbatie, gebruik van porno), voorkeuren voor wisselende partners en seksuele agressie scoren mannen echt hoger. Maar ook op die aspecten worden sekseverschillen steeds kleiner in vergelijking met vroeger. Er vinden grote historische en culturele verschuivingen plaats op het vlak van seksualiteit.

‘Er vinden grote historische en culturele verschuivingen plaats op het vlak van seksualiteit.’

Stereotypen

Op de stereotype beelden van seksueel actieve mannen (die ‘maar één ding willen’) en sexy passief-verleidelijke vrouwen (voor wie een relatie belangrijker is dan seks) valt dus nogal wat af te dingen. Toch blijven zulke beelden maar opdoemen en wordt te pas en te onpas met zogenaamd typisch mannelijke en vrouwelijke seksuele eigenschappen geschermd. Verklaringen voeren terug naar de evolutie, naar onze genen of naar ons brein. Stereotype eigenschappen worden vaak als ‘hard-wired’ en onveranderlijk voorgesteld. Maar het is belangrijk te realiseren dat stereotypen ten grondslag liggen aan zich alom voltrekkende sociale processen die de werkelijkheid mede vormgeven. Stereotypen werken als een richtsnoer voor gedrag. Ze brengen mannen er toe hun seksuele verlan­gen op te blazen en vrouwen om het te minimaliseren. Onderzoek toont aan dat vrouwen die sterk geloven in seksestereotypen en de dubbele moraal, meer schuld en schaamte voelen over seksualiteit, onzekerder zijn over hun lichaam, zich passiever opstellen in seks en moeizamer communiceren met partners. Sterk geloof in seksuele stereotypen doet afbreuk aan de seksuele zelfwaardering en het seksuele plezier van vrouwen. Mannen betalen vooral de prijs op het vlak van emotionaliteit, openheid en verbondenheid.

Selffulfilling prophecy

Stereotypen werken als een selfful­filling prophecy. Ze bevestigen zichzelf steeds, niet alleen omdat ze normen stellen en bepaald gedrag waarschijnlijker maken, maar ook omdat ge­drag dat er mee overeenstemt vanzelfsprekender is, eer­der wordt gezien door anderen, gemakkelijker onthouden wordt, en meer serieus wordt genomen. Stereotypen zijn overdreven, maar omdat ze zichzelf bevestigen zijn ze deels ook accuraat. Ze blokkeren de weg naar alternatief gedrag. Als een stel overtuigd is dat mannen van Mars en vrouwen van Venus ko­men, is de kans klein dat ze op zoek gaan naar oplos­singen die hun gelijkenissen benadrukken, of naar oplossingen in hun communicatie.

‘Niets is fnuikender voor seksualiteit dan de gedachte dat het zó hoort en niet anders!’

Nature of nurture?

Deze subtiele sociale processen werken ook door in onze biologie. Het wordt steeds duidelijker dat natuur en cultuur elkaar wederzijds beïnvloeden. Ook onze biologie is continue in wording, is adaptief aan onze sociale wereld, en wordt mede door cultuur en ervarin­gen gevormd. Er zijn aanwijzingen dat dit voor het hormonale systeem aan hand is, voor het genetische systeem, en ook voor het brein. Onze seksualiteit is niet ‘hard-wired’ maar ‘soft-wired’. Seksualiteit is niet in steen gebeiteld, maar we zijn het voortdurend ‘met zijn allen’ aan het vormgeven en in praktijk aan het brengen. En dat besef kan non-conformiteit aanmoedigen, zelfbeschikking stimuleren en communicatie en gelijkwaardigheid bevorderen. Niets is fnuikender voor seksualiteit dan de gedachte dat het zó hoort en niet anders!

 

Professor Ine Vanwesenbeeck is senior adviseur bij Rutgers, het kenniscentrum seksualiteit.