Piemel of fluitje, vagina of muts.

Ken je dat, dat je baby of peuter ineens zijn of haar eigen lijfje aan het ontdekken is? Dat ze erachter komen dat ze meer hebben dan alleen een buik, handjes, voetjes en oren? Het is onvermijdelijk dat ze vroeg of laat vragen zullen gaan stellen. Maar wanneer begin je met voorlichting geven? En is het normaal dat jij je afvraagt of je nog wel samen met je kind naakt in bad kan, of tot wanneer broer en zus samen in bad mogen. Is het wel gezond seksueel gedrag wanneer je driejarige zoontje de hele dag piemel roept? Iedere ouder zal deze vragen herkennen en dit kan onzekerheden en ongemakkelijke momenten met zich mee brengen. Bij deze een stukje basis voor de seksuele opvoeding.

Benoemen van lichaamsdelen

De ervaring leert dat veel ouders en verzorgers bovengenoemde vragen kennen. Seksuele voorlichting en seksuele vorming beginnen zodra een baby geboren is, omdat de seksuele en de lichamelijk ontwikkeling ook vanaf dit moment beginnen. In eerste instantie gebeurt deze voorlichting niet op basis van boekjes, plaatjes of filmpjes, maar met dagelijkse verzorging. Het is belangrijk dat je bij de lichamelijke verzorging alles benoemd. Dit houdt in dat wanneer jij je kind aan het wassen bent, je benoemt dat je het ruggetje, beentjes en buikje gaat wassen, maar ook de billen, piemel of de vagina. Het gebeurt te vaak dat het kind gewassen wordt en dat (on)bewust wel alle lichaamsdelen worden benoemd, maar niet de geslachtsdelen. Juist door ook de geslachtsdelen te benoemen, kan je in deze fase al beginnen met je seksuele voorlichting en een stuk lichamelijk bewustzijn.

‘Voor kinderen is een vagina gewoon een onderdeel van het lichaam en heeft het geen seksuele lading.’

Het kind leert op deze manier al op vroege leeftijd dat het normaal is om over geslachtsdelen te praten. Openheid over het lijf en openheid over seksualiteit op jonge leeftijd geeft aan dat je van je lijf mag en kan genieten en dat dit normaal is. Er is bewezen dat als kinderen al vroeg op een goede en open manier worden voorgelicht zij op latere leeftijd seksuele relaties aangaan, beter kunnen aangeven wat ze wel en niet fijn vinden en dat ze op latere leeftijd minder negatieve seksuele ervaringen zullen hebben. Dit alles omdat zij veel beter in staat zijn om bewuste keuzes te maken over hun eigen lijf en seksualiteit. Voldoende reden om vroeg te beginnen.

Verhullend taalgebruik

Een veel gehoorde vraag van jonge ouders is welke woorden er dan het beste gebruikt kunnen worden voor de geslachtsdelen. Wat het belangrijkste is, is dat er een woord gebruikt wordt waar jij je als ouder prettig bij voelt. Anders begint daar het ongemak al. Vervolgens is het verstandig om woorden te gebruiken zonder dubbele betekenis. Doos, muts of kruis zijn voor meisjes veel gebruikte woorden, maar lastig om te begrijpen voor jonge kinderen. Hetzelfde geldt voor fluitje of paal bij jongens. Dit is te verwarrend. Het is vaak de eigen schroom en onhandigheid om de juiste woorden niet te gebruiken en dan gebruikt men liever verhullende woorden.  Dit is begrijpelijk, maar niet de beste keuze.

Gangbare woorden voor jongens zijn: plasser, penis, piemel. En voor meisjes: plasser, spleetje of vagina. Je zou er als ouders of verzorgers voor kunnen kiezen om in de eerste levensjaren het woord plasser te gebruiken. Als het kind een jaar of 2 á 3 is, ga dan over op piemel of penis voor jongetjes en voor meisjes spleetje of vagina.

Seksualisering

Regelmatig wordt er gezegd door ouders of verzorgers dat er voor het vrouwelijk geslachtsdeel niet echt een vriendelijk woord is. Dit komt veelal doordat het woord vagina door volwassenen wordt geseksualiseerd. Voor kinderen is het gewoon een onderdeel van het lichaam en heeft het geen seksuele lading. Zij zijn nog volop aan het ontdekken. Kinderen vinden er in het begin niets vreemds aan en voor hen is de benoeming van de geslachtsdelen en seksualiteit geen taboe. Het is een kwestie van de woorden gaan gebruiken en hoe vaker je de woorden gebruikt, hoe normaler het voor jou en je kind wordt.

Door Christel van der Horst en Jeroen Hindriks van “deBlikOpeners”. Zij geven binnen zorg, welzijn en onderwijs advies, ondersteuning en training op het gebeid van relaties, intimiteit en seksualiteit. Dit geven zij zowel aan ouders, verzorgers als professionals. www.deblikopeners.com